De schat van Lytje Pole
Een gedicht in vijf kwatrijnen
In vijfvoetig jambe, met omarmend rijm
Ooit geworpen in het slik der Wadden
Lytje Pole heet je, kleine grond
Een rug van duinen die spontaan ontstond
Uit stuifzand dat de goden over hadden
Vredig is het schaap, mijn knuffeldiertje
En op dit eiland is ze altijd vrij
Want heilig is de monnik met de pij
En heilig is jouw grond, mijn kleine Schiertje
Ik hervond wat in mij was ontnomen
Het spelend kind dat in mij was geroofd
De waarheid die ik altijd had geloofd
En door het lot ben ik tot jou gekomen
Hier kruis ik in de kwelders weer je kreken
Om naar die oude schat op zoek te gaan
Sier mijn blanke hals met ambertraan
Als wezen van mijn naam, een heilig teken
Voorbij de appelboom en het riviertje
Ga ik nu trekken naar je duin en strand
Ga delven in je warme rijke zand
Want heilig is jouw grond, mijn kleine Schiertje
5.12.10