N.a.v. het debat over de eilanddichter in de Texelse gemeenteraad, 1 september 2015.
VVD raadslid Peter van Sijp noemt de bemoeienis van de raad inzake de eilanddichter niet alleen geen kerntaak, maar bovendien “flauwekul.”
Eric Herculus verdedigt de gemeentelijke bemoeienis daarmee en zet zijn visie uiteen:
Ik wil met verve beweren dat het wel een kerntaak is van de gemeente. Op het moment dat je je als gemeente niet schaart achter culturele uitingen en die ook niet stimuleert en faciliteert, net zoals je ondernemers faciliteert in het proces als die erom roepen of omdat je denkt dat je als gemeente als voortrekker kunt fungeren om een ontwikkeling verder te brengen. Ik denk dat je als gemeente ook wel een stukje beschaving mag onderschrijven. Op het moment dat je het flauwekul vindt begin je alles af te breken wat we hier met z’n allen hebben opgebouwd. Dan hebben we het niet alleen maar over hoogdravende cultuur want dat staat niet in het voorstel hoor. U noemde Annie en u noemde Horzel (…), u noemde Woelmuis, nou dat zijn ook prachtige uitingen van cultuur. Dus ik noem het geen flauwekul. Of een overheid of een gemeente daar een rol in moet spelen, dat hebben wij als overheid in Nederland altijd gedaan. We hebben een Dichter des Vaderlands aangesteld, gemeentes stellen stadsdichters aan. Er is door de minister ook een rijksbouwmeester al aangesteld vanaf de Gouden Eeuw die de ruimtelijke ordening in de gaten hield, maar ook daar probeerde te stimuleren. Dus is het een kerntaak? Ja, als je denkt dat cultuur en beschaving een kerntaak is om uit te dragen, dan vind ik het een kerntaak. Als je denkt in termen van rendement en geld, dan denk ik inderdaad van: nou, ik weet niet zeker of er meteen een geldelijk rendement op zit. Maar ik vind dat wij ons steentje moeten bijdragen aan het in stand houden van beschaving, en dat we dan ook de kans moeten geven aan mensen die dat in zich hebben om ons daar een lichtend voorbeeld in te geven.
Ik ga een ander voorbeeld noemen. Ik kom straks even terug op Oost. We hebben als college ook opdracht gegeven aan een schrijver die uit zichzelf eigenlijk al de historie van Texel heeft vastgelegd, Nico Dros. In een drie, vier, eigenlijk bijna elke publicatie, legt hij de geschiedenis van Texel vast. Wij hebben gevraagd of hij in verband met het 600 jarig bestaan van de stadsrechten van Texel daar gewoon een eigen mening over wou geven, zonder verdere opdracht. En als je ziet hoe moeilijk het is om bronnen te vinden van 1000 jaar geleden, dan zou je eigenlijk moeten vaststellen dat het belangrijk is dat je vastlegt hoe je denkt over deze samenleving en dat doen wij hier in beleid, maar dat zijn kouwe regeltjes. Je moet ook mensen die het in zich hebben, die talent hebben om anders tegen de zaak aan te kijken, die moet je de kans gunnen om voor om de komende generaties te laten zien hoe wij nu over het leven denken. Dus ik vind het echt een kerntaak, en flauwekul dat vind ik het zeker niet, maar dat zijn twee meningen. En alleen het feit al dat ik nu zo lang aan het woord ben over de eilanddichter vind ik de moeite waard het advies aan u voor te leggen. Dus ik wil nog heel even zeggen, hoe klein kunnen sommige dingen zijn, maar voor ons eiland toch heel erg belangrijk? Er is een boek verschenen, niet om het een of het ander, maar het gaat over een broer van de heer Vlaming (Jaap Vlaming, raadslid Groen Links – MV). Het gaat over 1000 jaar van de geschiedenis van Oost. Toen wij die aanvraag binnen kregen moesten we een beetje grinneken, want een boek over 1000 jaar Oost, hoe dik zou dat worden, nou daar zou wel weinig gebeurd zijn in die 1000 jaar. Maar het is een boek van 212 bladzijden geworden. Daarin laat de schrijver zien hoe mensen door de eeuwen hebben geleefd. En juist door die geschiedenis hoe mensen toen waren op Oost 1000 jaar geleden en de spiegel die ons daarmee wordt voorgehouden, daardoor kun je de toekomst in.