Lettertypen Schrifttypen Opdrachten

Lettertypen
Welk lettertype je voor een tekst gebruikt, hangt af van het doel van je tekst, van het medium dat je gebruikt en wat je zelf mooi vindt. Lettertypen hebben invloed op de leesbaarheid van een tekst. Als je een officieel formulier handgeschreven invult, is het handig om blokletters te gebruiken, zodat er geen fouten worden gemaakt wanneer jouw gegevens worden verwerkt. Als je een tekst op de computer maakt, kun je ook rekening houden met je publiek (wie de tekst gaat lezen) en het doel van de tekst (is het zakelijk, feestelijk, etc.). Een sollicitatiebrief schrijf je niet in het lettertype. En als je een werkstuk in moet leveren op school, typ je dat niet in
Voor zakelijke, officiële of nette teksten zijn er een hoop verschillende lettertypen. Stel dat je voor de overheid werkt en je maakt een voorlichtingsfolder over gezond eten. Je wilt graag dat iedereen de folder zo goed mogelijk kan lezen. Ook personen met dyslexie. De lettertypen en blijken beter leesbaar te zijn voor mensen met dyslexie dan bijvoorbeeld Arial of Calibri. Er zijn zelfs aparte lettertypen ontworpen voor dyslectici. Dit zijn allemaal aspecten waar je rekening mee houdt wanneer je een tekst schrijft.
De keuze van een bepaald lettertype of schrift kan natuurlijk ook gewoon een kwestie van smaak of gewenning zijn. Wellicht heb je docenten die een werkstuk liever in Times New Roman ontvangen dan in Bookman Old Style. Zelf heb je waarschijnlijk ook een voorkeur voor een bepaald lettertype.

Handgeschreven
Op de basisschool leer je netjes aan elkaar te schrijven. Alle letters worden een beetje schuin (cursief) geschreven, met lussen eraan. Op de middelbare school hoeft dit niet meer. Dan ontwikkel je een ‘eigen schrift’ dat ook mag bestaan uit losse en/of aan elkaar geschreven letters. De belangrijkste regel is dan: als het maar leesbaar is!
Tegenwoordig kan in Nederland bijna iedereen schrijven. Het ene handschrift is mooier dan het andere, maar in onze tijd kun je alles ook uittypen op een computer. Dan is een minder goed leesbaar handschrift niet zo’n probleem. In de Middeleeuwen had je natuurlijk nog geen computers of typemachines. Als je een tekst wilde maken, of een brief wilde versturen naar iemand, dan moest je met een ganzenveer, een potje inkt (dat je zelf kon maken) en een stuk perkament (dierenhuid) aan de slag. Het schrijven met een ganzenveer op perkament is heel erg lastig. Lang niet iedereen kon dan ook schrijven, want het kostte je heel veel oefening om het te leren. Schrijver van beroep werd je ook niet zomaar. Behalve dat het moeilijk was om te leren, was het ook een heel zwaar beroep. In het Middeleeuwse boek Sidrac staan allerlei vragen met antwoorden. Op de vraag wat het moeilijkste beroep is, antwoordt Sidrac: ‘Het moeilijkste vak is de schrijfkunst. Geen vak is zo verfijnd en zo veeleisend.’

Lettertypen Schrifttypen Opdrachten