Verluchten, rubriceren en illustreren
De structuur werd in de Middeleeuwen aangebracht door de tekst te verluchten (versieren), te
rubriceren (met rode inkt onderstrepen of doorhalen, dat noemt men ophogen) en te
illustreren (het woord zegt het al: er werden afbeeldingen toegevoegd).
De verluchting werd niet uitgevoerd door de kopiist, maar door de
verluchter: een soort kunstenaar die gespecialiseerd was in het
versieren van handschriften. De kopiist liet in zijn tekst ruimte over,
zodat de verluchter wist waar de versiering moest komen. Hij kon
natuurlijk ook de marges rondom de tekst versieren. Er bestonden
verschillende soorten versiering. Dat kon heel duur zijn, maar ook
simpeler – en dus goedkoper. Hieronder komen de verschillende soorten
verluchting aan bod.
Decoratie | Miniaturen
 |
De duurste vorm van boekverluchting was het illustreren van de teksten met
miniaturen. De naam zegt het al: een miniatuur is een geschilderde afbeelding maar dan heel
klein. Je zou het een ‘mini-schilderij’ kunnen noemen. Miniaturen konden een hele pagina groot
zijn, maar ook slechts een paar regels hoog. Een voorbeeld van een miniatuur die een heel blad in beslag
neemt, zie je op afb. 4. Soms vinden we miniaturen in de marges, soms in de
tekstkolom. Vanaf de 13e eeuw werd het gebruikelijker om handschriften te versieren met
miniaturen. Dit vergrootte de waarde van het boek – en dus ook de
kosten! Lang niet alle handschriften bezitten echter miniaturen, sommige handschriften zijn zelfs helemaal niet
versierd. Veel handschriften hebben toch wel een beetje versiering, zoals
initialen, penwerk of rubricatie. |
Afb. 4: Een paginagrote miniatuur |
|
Decoratie | Randdecoratie (penwerk en schilderwerk)
Verluchting werd niet alleen gebruikt om structuur aan te brengen, ook
om handschriften te verfraaien en de waarde ervan te verhogen. Naast
miniaturen schilderde men ook randversieringen en regelvullingen met
decoratieve motieven. Op afb. 5 zie je een voorbeeld van een miniatuur
met randdecoratie. In deze randversiering zijn ook weer allemaal kleine
miniaturen geschilderd.
Randversiering kon met verf worden geschilderd. Soms was er geen wit meer te ontdekken op een
blad, omdat het helemaal beschilderd was (zie afb. 7). De iets goedkopere variant is randdecoratie die niet is
geschilderd, maar met penwerk is gedaan (afb. 6). Ook in het penwerk zijn veel verschillende stijlen te
ontdekken.
 |
 |
Afb. 5: Miniatuur met randdecoratie |
Afb. 6: Randdecoratie met pen |
 |
Afb. 7: Randdecoratie met bloemschildering |
Hoe de randdecoratie eruit zag, werd mede bepaald door de regio waar het werd werk werd
uitgevoerd. Ook had elke kunstenaar natuurlijk zijn eigen stijl. Bovendien bepaalde de opdrachtgever (en zijn
portemonnee) ook hoe uitbundig de versiering werd uitgevoerd en hoeveel bladen in het boek werden
versierd.
Decoratie | Drôlerieën
Een grappige vorm van decoratie komt vanaf 1250 op in handschriften uit
Frankrijk, de Zuidelijke Nederlanden en Engeland: drôlerieën. In de
versiering wordt een grappig en vooral bespottelijk motief verwerkt.
Alle rollen worden ook omgedraaid: het hert jaagt op de jager en een
ezel onderwijst uit de Bijbel. Drôlerieën zijn bedoeld om de lezer te
vermaken en anderen voor gek te zetten. Op afb. 8 zie je een drôlerie
waarop twee apen met een bril de billen van een man inspecteren.
|
 |
Afb. 8: Drôlerie (Voorloper
van de spotprent) |
|