Tekstgeleding Decoratie Initialen Rubricatie Opdrachten

Tekstgeleding
Pak er eens even een lesboek bij, bijvoorbeeld van geschiedenis of natuurkunde. Blader er doorheen en let op de indeling van de pagina’s, de hoofdstukken, de paragrafen, de plaatjes en hoeveel van de bladspiegel eigenlijk is bedrukt. Als het goed is, behandelt ieder hoofdstuk van het boek een apart onderwerp. Dit onderwerp wordt in kleinere onderdelen opgesplitst en besproken in paragrafen. Misschien hebben deze paragrafen zelfs subparagrafen. Op hun beurt zijn die weer opgedeeld in alinea’s. De teksten in het boek hebben dus een bepaalde structuur, waarbij het hoofdstuk steeds het hoogste niveau is – en daarom een grote titel krijgt – en de alinea het laagste onderdeel – gemarkeerd met het inspringen van de tekst op de volgende regel of eventueel een witregel tussen de alinea’s. Deze zichtbare structuur van de tekst noemen we de tekstgeleding
Bij middeleeuwse teksten zit de tekstgeleding heel anders in elkaar. Op het eerste gezicht lijkt er soms nauwelijks sprake van een structuur. Grote hoofdstuktitels komen eigenlijk niet voor. Soms zijn er wel hoofdstuktitels (kapittelopschriften noemen we deze), maar die staan meestal gewoon in de lopende tekst en niet bovenaan (zie afb. 1). 

Afb. 1: De kapittelopschriften zijn de tekst in rood

Vaker nog zijn deze opschriften er echter helemaal niet. Ook de indeling in alinea’s was in de middeleeuwen niet gebruikelijk. Eigenlijk was perkament veel te duur om steeds een regel wit te laten. Daarom schreven de kopiisten de bladzijde juist zo vol mogelijk (zie afb. 2). 

Afb. 2: Stukje van een volgepropte bladzijde


Maar hoe moest een lezer van toen nou op zoek naar een bepaald hoofdstuk in een boek? Stel dat hij een dik boek had met tien spannende avontuurverhalen. Eén van die verhalen, wist hij, gaat over de ridder Walewein die een vliegend schaakbord achterna reist. 
Maar wáár in het boek stond die tekst ook alweer? De lezer zou natuurlijk gewoon wat kunnen bladeren en willekeurig allerlei stukken kunnen gaan lezen, op zoek naar de naam Walewein. Met een beetje geluk had hij dan binnen een paar uur de tekst te pakken waar hij naar op zoek was. Dat is niet erg efficiënt. Gelukkig hebben de middeleeuwse boekproducenten daar iets op bedacht (zie afb. 3). Wat was hun oplossing denk je?
Afb. 3: De ridder Walewein en het vliegende schaakbord

 Tekstgeleding Decoratie Initialen Rubricatie Opdrachten